spring naar de tekst

Besmettelijk 2020

Van Kirsten Smit – LinkedIn
Ingezonden 07 oktober 2020

Besmettelijk, 1979

Mijn buurmeisje en ik speelden af en toe samen. Ik was welkom bij haar thuis en zag weinig verschillen. Vader, moeder, poes en zus. Dat had ik ook. Maar ik werd ouder en zag zichtbare verschillen tussen ons. Zij ging thuis naar de kerk, mijn kerk stond ergens anders. Haar rok versus mijn spijkerbroek, haar lange haar versus mijn kortgeknipte coupe. Het leidde tot levensvragen bij haar en bij mij. Dat was niet de bedoeling. Ik werd ongewenst; een besmettingsbron van buiten. Daarop ging de deur dicht. Ik heb me nog lang afgevraagd wat ik fout had gedaan.

Besmettelijk, 2020

Enige maanden later na mijn eerste column zit ik nog steeds op zolder. Van verpletterend warm weer is geen sprake meer. De regen slaat hard neer op het zolderraam. Niet ongezellig, overigens.

De telefoon gaat. Een levende ziel aan de andere kant van de lijn: een collega die ik al een tijdje niet heb gezien en gesproken. Mijn sociale snaar wordt onmiddellijk geraakt: blij met onverwacht contact. Ik mis ze, mijn collega’s. Naar de koffiecorner met dienblad om de hele zaal te voorzien van een bakkie koffie. Even een praatje over werk en thuis. Het dienblad is nu bij mij thuis en herinnert me aan andere tijden. Van voor maart, weet je nog?

Een collega zei eens: ‘ik moet je even in de ogen kijken om te weten hoe het echt met je gaat’. Dat zei hij in een voor mij moeilijke tijd. Geen ontsnappen aan. Hij wist: zonder afstand kon hij in mijn ziel kijken.

Afstand. Niet aanraken. Geen spontane knuffel, kus, handdruk of arm. Aanraken is iets geworden waarover je moet nadenken… vies. Gedachtegoed dat voor altijd in ons sociale dna is genesteld, gemeengoed is geworden. Wordt aanraken net zo sociaal onwenselijk als roken?

Gelukkig is afstand houden voor de basisschoolkinderen niet nodig. Weer samen spelen, naar school, ravotten en donderjagen. Bijna alsof er niks aan de hand is. #ikwilookmeedoen. Hoe onbevangen sta jij eigenlijk voor de klas? Bij elke luizenuitbraak was ik als leerkracht bang het zelf te krijgen. Ik voelde ze bij wijze van spreken al over mijn hoofd lopen als er over gesproken werd. Als ik nu voor de klas stond, zou ik nu nog zonder zorgen een kind durven troosten?

Mijn zorgen van een half jaar geleden zijn niet veranderd. De economische schade is groot en wordt onbeheersbaar groter. Er worden miljarden uitgegeven om bedrijven op de been te houden. Deze rekening wordt nu nog niet met ons vereffend, maar die krijgen we heus wel om de oren. De wel-of -geen-mondkapjesdiscussie heeft op dit moment meer aandacht dan het geldzwaard dat op ons neer gaat dalen. We kunnen niet iedereen redden en dat is tevens een ethische discussie. Die begrijp ik ook goed. Maar ga maar eens zo’n ‘Ira-Helslootgesprek’ aan met je bejaarde (groot)ouders over wie hulp mag krijgen en wie niet. De discussie over het stoppen van borstkankeronderzoek na je 75e staat me nog levendig voor de geest en ga ik niet nog eens overdoen.

Hunkering naar contact geeft een grotere kloof tussen de generaties dan ooit. Veel ouderen staan veiligheidshalve ver weg van de rest van de maatschappij. Contact kan je dood betekenen. Maar geen contact ook. Jongvolwassenen voelen de banden knellen. Ze geven precies aan waar het schuurt: we ontmoeten, vieren en rouwen allemaal al een half jaar met de rem erop. Zonder hard uitzicht op eindigheid. Het is sociaal schraal, en dat doet pijn.

Laat de jongvolwassenen in elk geval weer gewoon naar school gaan. Die moeten uit hun kamers, en snel ook. Interactie met elkaar -chillen, flirten, klieren- leer je (juist) niet thuis en is essentieel voor hun ontwikkeling. Naar school gaan geeft invulling aan een deel van die behoefte aan contact. En laten we wel wezen: thuisstudie is echt niet voor elke puber/jongvolwassene de aangewezen weg. Ze pakken het simpelweg niet op of slaan erin door (dat komt ook voor). School biedt structuur. Iets om je bed voor uit te (moeten) komen en waar je houvast aan ontleent.

Waar aanvankelijk de creatieve geesten vanuit het onderwijs zich vanaf maart stortten op allerlei manieren om de leerlingen online te betrekken, lijkt nu de fut eruit. Kom op scholen, kom op leerkrachten, verzin iets! Gebruik gymzalen, schermen, mondkapjes, desinfect: doe wat nodig is, maar haal de leerlingen weer in huis. Ik begrijp goed dat snotprotocollen, quarantaines en constant testen leidt tot moeizaam in te vullen fysiek onderwijs. Maar die schamele uurtjes op school zetten geen zoden aan de dijk. En online monologen afsteken tegen zwarte schermen zal jou als leerkracht ook geen voldoening geven. Laat staan leiden tot de gewenste onderwijskwaliteit; die zorg is er in elk geval bij mij bijgekomen. Ik word in elk geval niet warm van de huidige (MBO)onderwijspraktijk als ouder. Bedenk dat deze leerlingen zelf straks de rekening voor de kennistekorten betalen met waardeloze diploma’s en 2 verloren schooljaren. Dat kan en moet anders.

Ontmoet, leer, vier en rouw voorzichtig. Nog steeds met de rem erop, ik weet het. Wees lief voor elkaar en heb begrip, ook al sta je in je eigen kloof. Besef dat we uiteindelijk allemaal hetzelfde willen: contact is een gedeelde behoefte van ons allemaal.

Spring naar boven